Gisteren presenteerde het kabinet de Miljoenennota. Vandaag en morgen wordt hierover volop gedebatteerd tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer. Hier delen we de belangrijkste punten voor de retail.
INretail steunt het kabinet in haar inzet om koopkracht bij huishoudens te behouden, maar waarschuwt tegelijkertijd voor het verder opdrijven van inflatie. Daarnaast bevat het pakket nog te weinig steun voor ondernemers. Zij betalen uiteindelijk de uitgaven van de overheid en verdienen daarom extra aandacht.
In de komende maanden worden bij de begrotingsbehandeling alle afzonderlijke begrotingen van de ministeries door de Tweede Kamer behandeld. INretail zet zich ervoor in om het pakket dat gepresenteerd is nog bij te sturen zodat niet alleen huishoudens maar ook de retail voldoende wordt gesteund.
Hieronder lees je de belangrijkste punten uit het pakket dat gisteren is gepresenteerd.
Stijging loonkosten
Het wettelijk minimumloon (WML) stijgt per 1 januari met 10,15%. Dit leidt tot forse kostenstijgingen voor werkgevers. Onder meer doordat de werkgeverslasten en pensioenlasten mee stijgen met de stijging van het WML. Verder is het kabinet voornemens om per 1 januari 2024 een wettelijk minimumuurloon in te voeren wat leidt tot een verdere stijging met meer dan 5%. Van loonkostencompensatie voor werkgevers is geen sprake. Doormiddel van een korting op de Aof-premie wil het kabinet de werkgeverslasten verlagen. INretail is sceptisch over deze maatregel, omdat kleine werkgevers onvoldoende baat hebben bij een korting op de premie en het bedrag over alle werkgevers wordt uitgesmeerd. Ook over werkgevers die niet direct geraakt worden door een stijging van het WML. INretail wil dat de afschaffing van het Lage-inkomensvoordeel (Liv) per 2025 van tafel gaat en dat juist extra geïnvesteerd wordt in het Liv.
In de cao-loonstijging per 1 juli 2022 is reeds 2,5% van de genoemde 10,15% meegenomen in de cao-loonschalen. Dit dempt het effect voor de leden van INretail iets. Met vakbonden zal de komende weken onderhandeld worden over de nieuwe cao per 1 januari 2023 en of en hoe de forse WML-stijging wordt verrekend in de cao-loonschalen.
Prijsplafond op de energierekening
Het kabinet komt met een prijsplafond op de energierekening voor huishoudens per november. Dit prijsplafond geldt voor de eerste 1200 m³ voor gas en 2400 KWh voor elektra per huishouden. Voor ondernemers geldt dezelfde grens. Daarboven wordt de marktprijs berekend. INretail zet zich ervoor in dat dit prijsplafond per energieaansluiting gaat gelden. Zodat ook ondernemers met meerdere filialen per filiaal een korting op de energierekening krijgen. De grenzen voor het prijsplafond gaan mogelijk nog wijzigen naar aanleiding van het debat in de Tweede Kamer vandaag en morgen.
Voor energie-intensieve ondernemingen wordt nog onderhandeld over een pakket.
Veel ondernemers in de retail hebben hogere energielasten dan in normale tijden en het pakket voor huishoudens zal mogelijk onvoldoende ademruimte bieden. Gekeken wordt nog wat de definitieve van ‘energie-intensief’ zal zijn. Mogelijkheid is dat dit wordt bepaald aan de hand van de energielasten als percentage van de omzet. Een andere mogelijkheid is dat gekeken gaat worden welke ondernemers in de tweede gebruiksschijf van energie zitten.
Werken laten lonen
Het kabinet zet stappen om werken meer te laten lonen. Dit juicht INretail toe. Tegelijkertijd pleit INretail ervoor dat ook de loonkosten voor werkgevers verder worden teruggedrongen om bedrijven de mogelijkheid te blijven bieden mensen in dienst te nemen. Naast een verlaging van inkomstenbelasting op eerste schijf in box 1, wordt ook de arbeidskorting extra verhoogd, naast de verhoging die was afgesproken in het coalitieakkoord. De maximale arbeidskorting bedraagt in 2023 € 5.052.
Subsidieregeling Impulsaanpak winkelgebieden
Dankzij een eerdere lobby van INretail wordt € 100 miljoen geïnvesteerd in winkelgebieden. Deze ‘Impulsaanpak winkelgebieden’ is verspreid over meerdere jaren. De eerste € 22 miljoen is toegekend, maar de resterende € 78 miljoen nog niet. INretail pleit ervoor dit geld sneller te besteden en niet te wachten. De problematiek is immers urgent.
Tijdspad invoering Zero Emissie Zones (ZES)
Ondanks de achterlopende oplaadcapaciteit en beschikbaarheid van emissievrije voertuigen, houdt het kabinet de ambitie om vast te houden aan het tijdspad voor invoering van de Zero Emissie Zones voor bestel- en vrachtauto’s. INretail blijft aandacht vragen voor het feit dat de energietransitie haalbaar moet zijn voor ondernemers. Daarom moet, als dit noodzakelijk blijkt, het tijdspad van deze emissievrije zones naar achteren worden geschoven.
Verhoging lage Vpb-tarief
De winstbelasting wordt verder verhoogd en de schijf van het lage Vpb-tarief wordt verlaagd. INretail stelt dat hierdoor de rekening bij het mkb komt te liggen. Dit is een verkeerde keuze, er zou gekeken moeten worden hoe bedrijven met grote winsten, zoals energiebedrijven, extra worden belast zonder dat mkb-bedrijven – die na corona de eerste winsten behalen – zwaarder worden belast. Dit staat ook investeringen in de weg.
Vpb-belasting in tabel weergegeven:
Tarief eerste schijf | Lengte eerste schijf | Tarief tweede schijf | |
2019 | 19% | € 200.000 | 25% |
2020 | 16,5% | € 200.000 | 25% |
2021 | 15% | € 245.000 | 25% |
2022 | 15% | € 395.000 | 25,8% |
2023 | 19% | € 200.000 | 25,8% |
Verhoging belasting op inkomen DGA’s
De doelmatigheidsmarge wordt afgeschaft. Hierdoor gaan DGA’s zichzelf meer loon uitkeren waarover de heffing in box 1 geheven wordt. Deze maatregel is nog niet opgenomen in het Belastingplan, maar wordt daar op korte termijn aan toegevoegd door middel van een nota van wijziging.
Afbouw zelfstandigenaftrek
Voor het vierde jaar op rij wordt er hard geknaagd aan de zelfstandigenaftrek zonder dat er iets voor in de plaats komt. Dit terwijl juist zelfstandige ondernemers voor eigen rekening en risico ondernemen. Dit heeft direct effect op hun financiële ruimte om te investeren, reserveren en consumeren. In 2023 is de zelfstandigenaftrek € 5.030 . Daarna wordt deze verder afgebouwd naar € 1.200 in 2026 en € 900 in 2027.
Verhoging overdrachtsbelasting
Ondernemers gaan vanaf 1 januari 10,4 procent overdrachtsbelasting betalen bij aankoop van bijvoorbeeld een bedrijfspand. Hoewel de maatregel bedoeld is om starters en doorstromers meer ruimte te bieden (‘afremmen huisjesmelken’), pakt het dus ook nadelig uit voor reguliere aankopen van bedrijfspanden.
Regulering flexibele arbeidsrelaties
Het kabinet bereidt wetgeving voor op het punt van flexibele arbeidsrelaties die in 2023 naar de Kamer gaat. Daarbij volgt het kabinet op hoofdlijnen het advies van de SER. Het gaat onder meer om het vervangen van oproepcontracten door basiscontracten met meer zekerheid voor werknemers. Wij zijn nauw betrokken bij de uitwerking van de voorstellen. Daarbij gaat het erom de noodzakelijke flexibiliteit voor de retail overeind te houden.
Subsidieregeling praktijkleren
Per 2023 zal naar verwachting nog maar maximaal € 2.300 per leerplaats beschikbaar zijn voor leerbedrijven die een bbl-student begeleiden. Terwijl een leerbedrijf de afgelopen jaren nog de maximale € 2.700 per leerplaats ontving. Een afname van € 400 per bbl-plek dus. Onze lobby, samen met VNO-NCW en MKB Nederland, richt zich erop deze versobering op te kunnen vangen, desnoods via een andere subsidiepot.
Onbelaste reiskostenvergoeding wordt verhoogd
Per 2023 stijgt de onbelaste reiskostenvergoeding van 19 naar 21 eurocent per kilometer.
Awf en Aof premie
Veranderingen Awf en Aof in tabel weergegeven:
Premiepercentage | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Awf – laag | 2,94 | 2,70** | 2,70 | 2,64 |
Awf – hoog | 7,94 | 7,70** | 7,70 | 7,64 |
Aof (Arbeidsongeschiktheidsfonds) – laag | 7,29 | 7,53 | 5,49 | 5,46 |
Aof (Arbeidsongeschiktheidsfonds) – hoog | 7,29 | 7,53 | 7,05 | 7,11 |
Aof (opslag kinderopvang) | 0,50 | 0,50 |
Toelichting: sinds 2022 kent de Aof-premie twee verschillende tarieven: tarief voorkleine werkgevers (tot 25 werknemers) en voor grotere werkgevers en de Aof voor de Uniforme opslag Kinderopvang.
Een totaal overzicht van de nieuw premies zal, zoals elk jaar, op onze website bekend worden gemaakt zodra deze definitief zijn.